Gebruiker:Benedict Wydooghe/Evoluties in het welzijns- en veiligheidsdenken deel8c
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
HOOFDSTUK 8: DE LAATSTE EEUW
- 1919-2020
.
DEEL 3_HEROPBOUW & KOUDE OORLOG (1945-1989)
.
.
We zagen wel de materiële destructie, maar de gevolgen van omvangrijke economische ontwrichting en politieke, sociale en psychologische vernietiging... ontgingen ons volledig.
— Dean Acheson de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken (1947).
.
Welk tijdperk zou beter dan het onze de middeleeuwse Inquisitie kunnen begrijpen, op voorwaarde dat we het misdrijf tegen de vrije meningsuiting van de godsdienst naar de politiek verplaatsen? De historicus ziet met verbazing hoe men in alle landen strenger optreedt tegen afwijkende politieke opvattingen. De regeringen schijnen in onze tijd alle soorten schorsingen, straffen, bloedbaden gerechtvaardigd te vinden als het gaat om afwijkingen van hun politieke lijn te bestraffen of te voorkomen. (...) Als je de schrikwekkende balans opmaakt van het krankzinnige verlies aan mensenlevens die de revoluties en de bestraffing van dissidente meningen in onze twintigste eeuw hebben gekost - een groter verlies dan tijdens de twee wereldoorlogen -, kun je je afvragen of je op het gebied van de vrije-meningsuiting wel van vooruitgang kunt spreken. Zal de historicus in het jaar 3000 het fanatisme en de onderdrukking van de ene mens door de andere in de dertiende of in de twintigste eeuw situeren?
— Régine Pernoud die er van overtuigd is dat de geschiedenis zich niet herhaalt (1977).
.
.
Dit deel laat zich opdelen in vier periodes: 1945-1954 is een decennium waarin de wereld zich herstelt van de ravage van de Tweede Wereldoorlog. Er is ruim een decennium voor nodig om de materiële schade te herstellen. Het psychologische schade en het fysieke trauma strekken zich over meerdere generaties uit. Daarna volgen de 'zilveren' jaren vijftig: 1955-1960, de 'gouden' jaren zestig: 1961-1971, afgerond door de crisisjaren van 1972-1989.
.