Somnium
boek van Johannes Kepler / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Somnium (De droom) is een boek van Johannes Kepler dat in 1634 postuum verscheen.
Het is een belangrijk werk in de geschiedenis van de astronomie omdat het boekje de natuurkunde en de selenografie van de maan geeft, voor zover men daar in het eerste kwart van de 17e eeuw iets over wist en bovendien de aarde als roterend voorstelt, in een tijd dat de wetenschap daar nog niet van overtuigd was.
De beweging van de aarde stelde Kepler voor zoals die vanaf de maan gezien zou kunnen worden. Zijn gedachte is: Een "maanbewoner" zou de aarde zien roteren en denken dat hij zichzelf op een onbeweeglijke maan zou bevinden, zoals de mens eeuwenlang dacht op een onbeweeglijke aarde te zitten.
Hij omgaf het werk met het raamwerk van een droom die hij zelf gehad zou hebben. De belangrijke rol die een kruidenvrouwtje en maandemonen in het geheimzinnige raamwerk speelden, leidde tot een heksenproces tegen zijn moeder. De wetenschappelijke aantekeningen bij het werk waren driemaal langer dan het eigenlijke verhaal, de droom.
Kepler begon aan dit werk als jong student aan de universiteit en dacht zijn hele leven na over de “droom”: hoe zou de aarde er vanaf de maan uitzien. Er zijn drie fasen te onderscheiden in de ontstaansgeschiedenis van het werk.
- Het ontwerp voor het dispuut van 1593.
- Dit werkje moet Kepler bewaard hebben en in 1608 voor een speelse uiteenzetting met zijn vriend Wackher van Wackenfels met het raamwerk van de droom omgeven hebben. (Dit verschafte veel beroering bij het bekend worden in 1611).
- De uitgebreide aantekeningen die Kepler toevoegde tussen 1621 (na de vrijspraak van zijn moeder) en 1630.