Skinner-box
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een operante kamer of Skinner-box is een instrument waarmee de verandering van diergedrag door klassieke en operante conditionering kan worden onderzocht. Burrhus Skinner onderzocht operante conditionering met behulp van dit door hem ontworpen instrument.
Een vroege kritiek op de operante kamer, was die van Harry Harlow in zijn artikel Mice, monkeys, men, and motives in Psychological Review in 1953. Harlow zag de Skinner-box als goede methode om het effect van voedselbeloningen te testen, maar niet om complex gedrag te bestuderen. Zijn kritiek betrof het hongermodel, waarbij dieren voedsel wordt onthouden zodat ze goed reageren op het voedsel dat tijdens de experimenten als stimulus wordt aangeboden. Freud zag honger, dorst en seks als de primaire driften. Ook het behaviorisme ging uit van primaire driften en afgeleide driften als angst. Harlow stelde dat dieren vooral leren door hun nieuwsgierigheid en onderzoek. Door de fixatie op de hongerdrift bij het gebruik van de Skinner-box is de kans groot dat deze twee elementen nooit onderzocht worden: